Hoofdstuk 9. Was Adam een historische persoon?
In: William den Boer, René Fransen en Rik Peels (red.), En God zag dat het goed was. Christelijk geloof en evolutie in 25 cruciale vragen. Kampen: Summum Academic, 2019. Pagina’s 137-150.
Probleemstelling
Nadat eeuwenlang het historisch bestaan van Adam en Eva en hun schepping als afzonderlijke daad van God aangenomen was in joodse en christelijke kringen, ontstonden er in de negentiende eeuw allerlei bedenkingen. Dit had vooral te maken met de opkomst van de historisch-kritische methode en de late datering van de bronnen die in Genesis gebruikt zouden zijn. De verhalen in Genesis zouden sterk beïnvloed zijn door de eigen ervaringen van de Israëlitische auteurs in de tijd van de koningen en de ballingschap. Een tweede reden vormde de opkomst van de evolutietheorie: als de mens afstamt van dieren, zoals Charles Darwin vanaf 1871 betoogde, is dit moeilijk in overeenstemming te brengen met de vertelling in Genesis. Deze problemen hebben gezorgd voor een grote variatie aan voorstellen om de figuren van Adam en Eva minder letterlijk en historisch op te vatten, waarbij de nadruk meer ligt op de algemene boodschap voor ons. Ook ligt tegenwoordig veel nadruk op het onderzoek naar de literaire genres. Dit artikel bevat een beknopte opsomming en een evaluatie van dergelijke voorstellen. Die vergelijk ik vooral met de strekking van het boek Genesis en met verwijzingen in andere Bijbelboeken naar (de schepping van) Adam.